top of page

Juryrapport

Een Europese winter

Mooi opgebouwde en afgeronde vertelling over een vluchteling die in een in-grijze Hollandse winter op straat loopt – hij heeft ooit gehoord dat het hier zo mooi kon sneeuwen, maar sneeuw heeft hij  hier nog niet mogen zien.

Hij heeft een gekregen jas aan, die na twee weken nog naar een ander ruikt: ‘nog altijd zit er een vreemde in de voering, in de kraag, de versleten randen… Wellicht dat het op den duur zijn eigen geur zal verdringen, gelijk zijn naam. Dat hij op een dag geen Hassan is maar Hans. En dat hij hier altijd al heeft gewoond. Een vreemde voor zichzelf misschien, maar geen vreemde in dit land.”

En dan ziet hij een vrolijk klein meisje dat in de plassen springt. Haar moeder roept haar, met paniek in haar stem. “Maar er is geen naderend onheil te bespeuren.” De vrouw loopt langs hem zonder op te kijken, en hij loopt langzaam terug naar waar hij vandaan komt, “hopend dat de regen op een dag in sneeuw verandert.”

Het knappe van dit beeldende, subtiele verhaal is dat het de lezer in heel kort bestek laat zien hoe de vluchteling zich in zijn nieuwe land voelt: je gaat mee in zijn zintuiglijke reactie op de omgeving: je voelt de waterkou, je ruikt  de afgedragen jas; je ziet het vrolijke kind en hoort de paniek in de stem van de vrouw. En je beseft hoe vervreemd de vluchteling zich moet voelen.

Het toont ook heel goed de kracht van het korte verhaal: het is eigenlijk een hele roman in miniformaat. Knap!

Publicatie in Schrijven magazine                         jaargang 20, nummer 2 (april 2016)

bottom of page